Inhoudsopgave
Zin om tijdens je stedentrip even niet de benenwagen nemen, maar lekker op de fiets de stad te verkennen? Fietsen is natuurlijk heel anders in de stad als in een rustig dorpje. Wat is nou handig om te weten voordat je de drukke stad in fietst? Lees verder en kom erachter!
1. Houd je aan de verkeersregels
Het is natuurlijk ook nodig in een dorp om je aan de verkeersregels te houden, maar in de stad is het toch een stukje belangrijker. Dit is mede door de drukte van een stad en dus ook alle mensen. Waar je in een dorp sneller door rood zal kunnen fietsen is dat in de stad een grote nee. Hierdoor is de kans op een ongeluk een stuk groter, want auto’s en fietsen komen van alle kanten in de stad.
Wacht dus goed tot het licht van de fietsers groen is, want als voetgangers groen hebben betekent het niet dat de fietsers dat ook hebben.
2. Plan je route
Doordat de stad redelijk groot is, is de kans op verdwalen ook groter. Het wordt dus ook zeker aangeraden om vooraf een route te plannen die je kan volgen, zodat je precies weet waar je heen moet gaan om op bestemming te komen. Op Google Maps kun je je bijvoorbeeld houden aan bepaalde routes en rijstroken die worden beschouwd als minder druk en geschikt zijn voor fietsers. Bovendien zijn er in steden vaak genoeg fietspaden en die worden ook goed aangegeven, dus daar zal je minder moeite mee hebben te vinden.
3. Geen telefoon
Je mag het sowieso niet, maar in de stad is het wel echt belangrijk dat je niet tijdens het fietsen achter je telefoon gaat. Zo raak je alleen maar meer afgeleid en kan het zo in een keer fout gaan. Het is handigste als je echt je volle aandacht gebruikt voor de weg. Als je klaar bent met fietsen of je houdt pauze dan kan je wel even achter je telefoon, maar niet tijdens.
Je kan wel tijdens het fietsen je fiets in een telefoonhouder zetten. Dit is vooral handig voor als je de route nodig hebt en je weet die even niet uit je hoofd. Een telefoonhouder mag je wel gebruiken, omdat je dan de telefoon niet in je hand hebt. Blijf niet de hele tijd op de telefoon letten, let ook op het verkeer voor je.
4. Kijk uit voor trams
Als je bijvoorbeeld door Amsterdam gaat fietsen dan zal je snel zien dat over de ‘normale’ wegen ook de trambanen zijn te vinden. Kijk dus echt goed uit, want als je een belletje hoort van de tram dan betekent het dat de tram weer weg rijdt. Stop altijd voor de zekerheid misschien te vroeg. Zo weet je wel zeker dat je daarna veilig door kan fietsen en heb je geen ongeluk gehad met een tram, want dat is erg gevaarlijk.
5. Verlichting
’s Nachts veilig blijven op je fiets is net zo belangrijk als overdag. Fietsen moeten minimaal een voor- en achterlicht hebben en die moeten ook echt werken. Naast dat het handig is zodat je opvalt voor je tegenliggers, kun je op die manier ook op een goede manier alsnog de weg vinden, ook in het donker. Het is een eis dat je koplamp een wit licht moet hebben, een je achterlicht moet rood licht zijn.
Naast goede lampen is het ook handig om reflecterende kleding aan te doen in het donker, denk bijvoorbeeld aan een reflecterend hesje.
Ja, het is verplicht om werkende fietslampen te hebben. Je moet een voorlicht hebben die wit kleurt en je achterlicht die moet rood zijn.
In Google Maps kun je onder andere kijken welke fietspaden redelijk rustig zijn, maar wel veilig.
Ja, je mag je telefoon wel in een houder doen voor bijvoorbeeld de route die je wilt volgen.